Er deden 505 mensen met MS tot het einde van de studie mee. De eerste 2 jaar kreeg een deel van de deelnemers ocrelizumab, de rest kreeg het minder sterke middel interferon β-1a. Na deze eerste fase kregen alle deelnemers ocrelizumab.
De onderzoekers zagen verschillen tussen de twee groepen. De deelnemers groep die eerst werd behandeld met ocrelizumab hadden minder schubs, minder activiteit op de MRI en minder lichamelijke beperking. Kortom, de MS bleef over het algemeen rustiger dan bij deelnemers die begonnen met interferon β-1a.
De onderzoekers keken ook of de grootte van de hersenen veranderde. Meer weten? Lees verder op MS.nl.