MS-onderzoek

Op zoek naar biomarkers voor MS

Biomarkers zijn aanwijzingen in het lichaam die iets vertellen over MS. Wetenschappers doen hier onderzoek naar voor een betere diagnose en behandeling van MS.

In het kort

  • Biomarkers zijn aanwijzingen in het lichaam die iets kunnen zeggen over de gezondheid.
  • Biomarkers voor MS zijn bijvoorbeeld MS-littekens op de MRI en stoffen in het bloed en het hersenvocht.
  • Wetenschappers doen onderzoek naar meer manieren om MS vast te stellen. En om bij te houden en te voorspellen hoe MS zal verlopen.
  • Nieuwe ontwikkelingen maken het mogelijk om met bloedonderzoek meer informatie te krijgen over het verloop van de ziekte.
  • Door meer kennis over biomarkers kan iemand met MS een behandeling krijgen die zo goed mogelijk bij hen past. 

Wat zijn biomarkers? 

Biomarkers zijn kenmerken in het lichaam die iets vertellen over de gezondheid. Dat kan van alles zijn: een molecuul, een eiwit, een hormoon, een verandering in het DNA, maar ook zoiets als je lichaamstemperatuur of bloeddruk. Vaak zijn biomarkers te vinden in het bloed, maar soms ook in urine, ontlasting of in de hersenen. Bij MS, multiple sclerose, zijn bekende biomarkers bijvoorbeeld: 

Waar gebruiken artsen en wetenschappers biomarkers voor? 

Biomarkers kunnen op verschillende momenten informatie geven over MS. Bij iemand met MS-klachten kunnen biomarkers helpen de diagnose te stellen. Daarnaast kunnen neurologen met biomarkers bijhouden hoe MS verloopt en hoe verschillende vormen van MS van elkaar verschillen. En of een behandeling werkt.  

Sporen van zenuwschade in het bloed 

Wetenschappers doen veel onderzoek naar stoffen in het bloed die iets kunnen vertellen over MS. Een daarvan is een bouwsteen van zenuwcellen. Deze bouwstenen komen in het bloed wanneer zenuwcellen kapotgaan door aanvallen van het afweersysteem. Deze stof heet neurofilament light chain. Kort: NfL. Onderzoekers ontdekten dat de aanwezigheid van NfL in het bloed samenhangt met ziekteprocessen die zorgen voor lichamelijke beperking. NfL komt ook voor in het hersenvocht. Wetenschappers kijken of metingen uit het bloed even precies zijn als metingen uit het hersenvocht. 

Verandering van hulpcellen in de hersenen 

Een andere biomarker die te zien is in het bloed bij mensen met MS, is Glial Fibrillary Acidic Protein. Kort: GFAP. Deze komt van astrocyten. Dit zijn hulpcellen in de hersenen die zenuwen ondersteunen. Onderzoekers ontdekten dat GFAP al in het bloed zit op het moment van de diagnose. Ze zagen ook dat MS de astrocyten verandert. Hierdoor maken de astrocyten zenuwcellen en cellen die myeline maken kapot. Wetenschappers kijken welke MS-medicijnen de verkeerd werkende astrocyten kunnen stoppen.  

Netvliesscan 

Wetenschappers doen onderzoek naar het netvlies achterin het oog. Zijn hier veel zenuwen beschadigd? Dan wordt dit zichtbaar op een scan van het netvlies. Zo’n scan heet optical coherence tomography. Kort: OCT. Hiermee kan gekeken worden of iemand een oogzenuwontsteking heeft gehad. Dit komt vaak voor bij MS. Deze techniek wordt nu nog niet standaard gebruikt om de diagnose MS te stellen, maar mogelijk wel in de toekomst. 

Waarom is onderzoek naar biomarkers belangrijk voor mensen met MS? 

Wetenschappers en artsen kunnen veel met nieuwe kennis over biomarkers: 

  • Makkelijker en sneller de diagnose stellen. Sommige biomarkers zijn al aanwezig voordat er andere aanwijzingen voor MS zijn. Deze biomarkers kunnen helpen om MS sneller, makkelijker en met meer zekerheid te ontdekken.  
  • Voorspellen hoe MS zal verlopen. Wetenschappers kunnen door onderzoek naar biomarkers steeds beter voorspellen hoe MS bij iemand zal verlopen. Bijvoorbeeld wat de kans is dat iemand veel beperking zal krijgen door MS. Een neuroloog kan de behandeling vervolgens aanpassen op die voorspelling. 
  • Persoonlijke behandeling voor MS. Met biomarkers kunnen artsen zien of een bepaald MS-medicijn werkt. Zo nodig kan een arts de behandeling aanpassen.  
  • Minder MRI-scans en ruggenprikken. Met betrouwbaarder bloedonderzoek worden MRI-scans en ruggenprikken minder vaak nodig voor het bijhouden van het ziekteverloop.  
  • Herstel van zenuwen zien. Wetenschappers doen onderzoek naar biomarkers die laten zien of kapotte zenuwen zichzelf repareren. Dit helpt bij onderzoek naar medicijnen die myelineschade herstellen. 
Facebook FacebookWhatsApp Whatsapp

Artikel met medewerking van:

  • dr. Zoé van Kempen - neuroloog, Amsterdam UMC

Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op MS.nl.
Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.

Laatst bijgewerkt op: 17 juni 2025