Blaasproblemen bij MS

Blaasklachten komen vaak voor bij MS

Veel mensen met MS, multiple sclerose, krijgen te maken met blaasproblemen. Ze moeten dan bijvoorbeeld vaak plassen. Of het plassen gaat juist erg moeilijk. Ook kunnen ze snel last hebben van blaasontstekingen. Deze klachten zijn heel vervelend en hebben een grote invloed op de kwaliteit van leven.

Hoe werkt de blaas?

De blaas is een holle spier die onder in de buik ligt. Rondom de plasbuis zit de sluitspier. De blaas heeft 2 functies: 

• tijdelijk vasthouden van urine
• regelmatig leegmaken door te plassen

Bij het opslaan van urine is de blaasspier ontspannen. De sluitspier van de blaas blijft dan dicht. Wanneer de blaas vol is, gaat er een signaal naar de hersenen: het is tijd om te plassen. De blaasspier trekt dan samen en de sluitspier gaat open. Zo kan de blaas leeglopen.

Waardoor ontstaan blaasklachten?

Het centrale zenuwstelsel regelt het hele proces van de blaas. Bij MS kan er schade ontstaan aan de zenuwen die de blaasspier en de sluitspier aansturen. Deze werken dan niet meer zoals het hoort.

Blaasklachten die vaak voorkomen

Blaasklachten die bij MS kunnen voorkomen, zijn:

• vaak moeten plassen of urine verliezen
• niet goed kunnen plassen

Gevolgen van blaasklachten

Bij blaasklachten zijn vooral blaasontstekingen een probleem. Vaak krijg je bij een blaasontsteking koorts. Daardoor kunnen de MS-klachten plotseling erger worden. Je krijgt dan bijvoorbeeld last van spasmen. Ook vinden mensen het erg vervelend om zo vaak te moeten plassen. > Lees meer over blaasontstekingen bij MS

Wat is er tegen blaasproblemen te doen?

Het is belangrijk dat je de blaasklachten bespreekt met je MS-zorgverlener. Er zijn verschillende behandelingen. Je kunt bekkenbodemfysiotherapie krijgen om de spieren van je bekkenbodem te versterken. Daarnaast kan een uroloog je helpen. Dit is een arts met kennis van plassen. De uroloog kan medicijnen voorschrijven die zorgen dat je minder vaak hoeft te plassen. Of hulpmiddelen om de blaas beter te legen. Injecties met botulinetoxine, ook wel: botox, kunnen de blaas soms rustiger maken. Sommige middelen helpen om blaasontstekingen tegen te gaan. Bijvoorbeeld vitamine C en cranberries. Als het niet meer lukt om de blaas helemaal leeg te maken, kan een katheter een oplossing zijn. Dit kan met eenmalige katheters, waarmee je zelf de blaas leeg kan maken. Als dit niet meer lukt, kan het met een permanente katheter. Je urine gaat dan via een slangetje direct uit je lichaam.