Wetenschappers kunnen in het DNA aflezen of iemand meer kans heeft om MS te krijgen. Maar een genetische aanleg betekent niet automatisch dat iemand de ziekte ook daadwerkelijk zal krijgen.
Ook omgevingsfactoren spelen een rol in de hersenontwikkeling, zoals de plek waar je opgroeit en of er bijvoorbeeld in huis gerookt wordt. Het blijkt dat kinderen die opgroeien op plekken waar er binnen gerookt wordt, kleinere hersenen hebben dan kinderen die niet meeroken. Dit effect is extra groot bij kinderen met een groter genetisch risico op MS.
Dit onderzoek laat zien dat genen en de omgeving invloed hebben op de ontwikkeling van de hersenen en het risico op MS bij kinderen. Door beter te begrijpen wat de kans op MS verhoogt, kunnen maatregelen worden genomen waardoor er minder mensen MS hoeven te krijgen.
Meer over dit onderzoek vind je op MS.nl.