Behandeling en zorg

Eerstelijns, tweedelijns en derdelijns medicatie

Het ene MS-remmende medicijn is sterker dan het andere. Sterkere middelen geven een grotere kans op bijwerkingen. 

In het kort

  • Eerstelijns medicatie wordt gebruikt wanneer de MS mild tot gemiddeld actief is. De bijwerkingen en ongunstige effecten van deze medicijnen zijn meestal licht.
  • Tweedelijns medicatie remt het afweersysteem en MS sterker dan eerstelijns medicatie, maar de ongunstige effecten en bijwerkingen kunnen heftiger zijn.
  • Derdelijns behandelingen kunnen worden ingezet wanneer tweedelijns medicatie niet goed genoeg werkt. De mogelijke nadelige effecten en bijwerkingen zijn het heftigst.

Actieve MS, sterke medicatie

MS, multiple sclerose, is niet te genezen. Wel zijn er medicijnen om de activiteit van de ziekte zeer sterk te remmen en schubs tegen te gaan. MS-remmende medicijnen zijn verschillend in sterkte. Wanneer je welk medicijn gebruikt, hangt van een aantal dingen af. Hier lees je er meer over. Vaak is het voldoende om wat minder sterke medicatie te gebruiken. Hierbij blijft het gezonde stuk van het afweersysteem zo goed mogelijk werken. Dit wordt eerstelijns medicatie genoemd. Wanneer iemand veel schubs heeft of de gezondheid snel achteruitgaat, is het nodig om een sterker middel te gebruiken. De MS is dan erg actief. Zo'n sterker medicijn wordt tweedelijns medicatie genoemd. 

Verschil tussen eerstelijns en tweedelijns medicatie

Tweedelijns medicatie is dus sterker dan eerstelijns medicatie. Wel zit er een nadeel aan sterkere medicatie. Vaak zorgen sterkere medicijnen voor meer bijwerkingen. Sterke medicijnen zwakken het afweersysteem meer af. Daardoor kan het lichaam zichzelf minder goed beschermen tegen ziekten. De kans op infecties is dus groter bij het gebruik van tweedelijns medicatie. 

Derdelijns medicatie: stamceltherapie

Sommige behandelingen worden niet snel gedaan. Pas wanneer duidelijk is dat tweedelijns medicatie niet voldoende werkt om de MS te remmen, worden derdelijns behandelingen ingezet. Stamceltherapie (aHSCT) is bijvoorbeeld een derdelijns behandeling. Stamceltherapie is minder goed onderzocht dan eerstelijns en tweedelijns MS-remmende medicijnen.

Verdwijnen de lijnen? 

De mening van artsen over de indeling van eerstelijns, tweedelijns en derdelijns medicatie is aan het veranderen. Dit komt doordat we steeds meer weten over de werking van de medicijnen en een beter inzicht hebben in het verloop van de ziekte. Vroeger kregen mensen met MS na de diagnose vaak eerst een eerstelijns middel met een gemiddelde werking en lichtere bijwerkingen. Werkte dit niet genoeg? Dan schreef de arts een ander eerstelijns of een tweedelijns medicijn voor. Nu gebeurt dit soms anders. De arts stelt dan meteen een sterker medicijn voor. Dit mag als iemand zeer actieve MS heeft bij de diagnose. Bij zeer actieve MS is het vaak beter om meteen met een sterker medicijn te beginnen. Ook als de arts verwacht dat de gezondheid op de lange termijn sterk zal verslechteren, kan het een goed idee zijn om direct een sterkere tweedelijns behandeling in te zetten, of in een zeer zeldzaam geval een derdelijns behandeling. Ook al is de kans op (ernstigere) bijwerkingen iets groter.  

Bekijk de video op https://api.ms.nl/oembed?url=https%3A%2F%2Fvimeo.com%2F1029582502%2Ff302acaed7&signature=9c2b9df9476a41bff846c2db826b59b5ab64901dd43bae474e87bac23a304814

Artikel met medewerking van:

  • drs. Luuk van Rooij - neuroloog, Maasstad Ziekenhuis
  • dr. Joost Smolders - neuroloog, Erasmus MC

Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op MS.nl.
Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.

Laatst bijgewerkt op: 23 januari 2024

Lees meer over MS remmen

Volgend artikel