Sterkte van MS-remmers
Het ene MS-remmende medicijn is sterker dan het andere. Dit heet: de effectiviteit. Welk medicijn het beste past, hangt af van je persoonlijke situatie.
In het kort
- MS-remmers verschillen in hoe krachtig ze werken. Dit heet ook wel: effectiviteit.
- Verschillende MS-remmers geven verschillende bijwerkingen. Hoogeffectieve medicijnen geven soms meer kans op meer ernstige bijwerkingen.
- Er zijn verschillende manieren om MS te behandelen. Iemand met MS kan beginnen met een laageffectief of een hoogeffectief middel.
- Verschillende dingen bepalen welke manier van behandelen het beste is. Bijvoorbeeld iemands leeftijd, hoe actief de MS is, waar de ontstekingen zitten en hoeveel klachten iemand heeft.
Actieve MS, sterke medicatie
MS, multiple sclerose, is niet te genezen. Wel zijn er medicijnen om de activiteit van de ziekte sterk te remmen en schubs tegen te gaan. Deze MS-remmende medicijnen zijn verschillend in sterkte. Dit heet ook wel: de effectiviteit. Een laageffectieve MS-remmer kan genoeg zijn om de MS te remmen. Als iemand veel schubs heeft of de gezondheid snel verslechtert, is de MS erg actief. Het kan dan nodig zijn om een sterker middel te gebruiken. Ook eigenschappen die samenhangen met een ernstiger verloop van de MS, kunnen ervoor zorgen dat iemand sneller een sterker middel krijgt. Bijvoorbeeld een hogere leeftijd, veel afwijkingen in het ruggenmerg of niet volledig herstel na een MS-aanval.
Hoogeffectieve en laageffectieve medicijnen of eerstelijns en tweedelijns
Er zijn geen precieze regels over welk medicijn hoogeffectief of laageffectief is. Over het algemeen worden glatirameer, interferonen, ozanimod, dimethylfumaraat, diroximelfumaraat en teriflunomide laageffectief genoemd. Sommige mensen noemen dit: eerstelijns MS-remmers. Natalizumab, ofatumumab, ublituximab, rituximab, ocrelizumab, alemtuzumab en stamceltherapie zijn hoogeffectieve medicijnen. Deze worden ook wel tweedelijns MS-remmers genoemd. Stamceltherapie en alemtuzumab worden soms derdelijns genoemd. Sommige onderzoekers en MS-zorgverleners gebruiken een derde groep: gemiddeld effectieve medicijnen. Deze vallen eigenlijk tussen laageffectief en hoogeffectief. Zoals cladribine, fingolimod, ozanimod en ponesimod. Anderen noemen deze medicijnen ook laageffectief.
Bijwerkingen van MS-remmers
Over het algemeen geven hoogeffectieve MS-remmers een hogere kans op ernstige bijwerkingen dan laageffectieve MS-remmers. Bijvoorbeeld infecties of andere aandoeningen, zoals problemen met de schildklier. Ook gemiddeld effectieve MS-remmers kunnen bijwerkingen geven. Bijwerkingen van laageffectieve MS-remmers zijn vaak minder erg. Bijvoorbeeld roodheid en zwelling op de prikplaats. Maar laageffectieve medicijnen gebruik je meestal vaker. Bijvoorbeeld elke dag of week. De meeste hoogeffectieve medicijnen krijg je om de paar maanden. De bijwerkingen heb je bij die medicijnen dus meestal minder vaak. Bespreek bijwerkingen met je neuroloog of MS-verpleegkundige. > Lees meer over verschillende MS-remmers en bijwerkingen
Beginnen met een laageffectief medicijn
Er zijn verschillende manieren om MS te behandelen met MS-remmers. Een manier om MS te behandelen is om te beginnen met een laageffectieve MS-remmer. Dit kan genoeg zijn om de ziekte af te remmen. Maar soms blijft de MS actief, ondanks de MS-remmer. In overleg met een arts kan iemand dan een sterker middel proberen. Het nadeel van deze manier van behandelen, is dat iemand vaak pas een sterker medicijn krijgt als er al meer beperkingen door MS zijn.
Beginnen met een hoogeffectief medicijn
Steeds meer mensen met MS starten direct met een hoogeffectief medicijn. Bijvoorbeeld als iemand zeer actieve MS heeft bij de diagnose. Of als de arts verwacht dat de gezondheid door de jaren sterk zal verslechteren. Het doel is om schade aan het zenuwstelsel zo vroeg mogelijk te beperken. Door onderzoek is steeds meer bekend over de werking van MS-remmers. En over de beste manier van behandelen.
Gunstiger verloop bij hoogeffectieve medicatie
Het lijkt erop dat vroeg starten met een hoogeffectieve MS-remmer gunstig kan zijn voor het verloop van MS. Zeker voor mensen die vaak schubs hebben of bij wie schubs erg heftig zijn. Of bij wie er veel MS-littekens zichtbaar zijn op de MRI-scan. Het vertraagt de achteruitgang van de gezondheid en kan ernstige beperking in de toekomst voorkomen. Deze manier van behandeling kan wel meer ongewenste gevolgen geven. Bijvoorbeeld een grotere kans op infecties, slechtere reactie op vaccinaties en meer risico op een hersenontsteking.
Persoonlijke behandeling is nodig
De indeling van medicijnen in eerstelijns, tweedelijns en derdelijns middelen verandert. Veel MS-zorgverleners kijken tegenwoordig naar welke behandeling bij iemands situatie past: een laageffectieve of hoogeffectieve behandeling. Dit ligt onder andere aan hoe actief de MS is en welke klachten iemand heeft. Bespreek met je eigen zorgverlener welke behandelingen je kunt krijgen en wat het beste bij je past.
Bekijk de video op https://api.ms.nl/oembed?url=https%3A%2F%2Fvimeo.com%2F1029582502%2Ff302acaed7&signature=9c2b9df9476a41bff846c2db826b59b5ab64901dd43bae474e87bac23a304814
Artikel met medewerking van:
- drs. Luuk van Rooij - neuroloog, Maasstad Ziekenhuis
- dr. Joost Smolders - neuroloog, Erasmus MC
Experts dragen bij aan betrouwbare informatie op MS.nl.
Lees meer over hoe we als redactie keuzes maken.
Laatst bijgewerkt op: 23 januari 2024